10. La Solitudine

‘Ma… da quanto tempo sei qui?’ Vraagt Angelo terwijl hij Italiaans hard door het oude centrum van Brescia rijd. Vandaag help ik met het verhuizen van wat meubels uit de oude tandartspraktijk van Angelo’s vader. Ik geniet van het fysieke aspect en ben blij iets terug te kunnen doen na mijn blunder van vorige week.

barolo.png

Ik stuur een foto van een fles wijn die ik had gevonden in een of andere wijnkast in Domaro. ‘Mag ik deze opdrinken?’ Ik wist het antwoord eigenlijk al. Angelo is zo allesomvattend aardig dat alles mag. Hij had me al een vrijbrief gegeven voor de enorme hoeveelheid sterke drank die er te vinden is. Met mijn lever in gedachten heb ik het bij 2 Gin Tonic per avond gelaten. Nu was de tonic op. ‘I think you already know the answer’ stuurde hij terug, met een knipoog smiley.

Het was een lekker wijntje. Van het eerste glas genoot ik, aan de rest van de fles geen speciale aandacht geschonken. Toen ik de volgende avond terloops vertelde dat het een lekker wijntje was, was de vriendelijkheid voor het eerst in onze vier jaar vriendschap verdwenen. Een Giordano Barolo DOCG uit 1985. Zijn opa nam bij de geboorte van elk kleinkind een fles mee. Dit was zijn fles.

Hij kon maar moeilijk geloven dat ik niet begreep dat flessen wijn uit 1985 op zijn minst bijzonder zijn.

Geen idee, dag of 12? Antwoord ik op de vraag over de duur van mijn verblijf in Brescia. Hij dacht meer aan bijna een maand. Hij had gelijk. Ik mag blijven zolang ik wil, maar het is tijd om weer op pad te gaan. Ik heb een Garmin fiets computertje gekocht. Je hebt een ingenieurs diploma, 16 apps en 22 accounts nodig, maar dan werkt het ook. Ik heb de Eurovelo route 7 weten in te stellen. Een pijltje volgen tot Rome is het enige wat ik nu hoef te doen. Buiten fietsen dan. De eerste dag is de route en het weer prachtig. Mijn fiets schakelde niet helemaal lekker maar via een kennis van Angelo heb ik mijn mentale ros voor een vriendenprijs laten nakijken door een fietsenmaker die op Fabrizio Ravanelli leek. Ik slaap op een perfect grasveldje langs een kanaal en ben blij dat ik weer onderweg ben. Ik heb contact gehad met ene Antonello van een yoga school/ecodorp ergens in Abruzzo National park. Voor vijf uur per dag werken krijg je eten en onderdak. Ik gok dat ik er in de tweede week van December kan zijn. Ik wilde aan de telefoon bijna zeggen ‘in de week na Sinterklaas’. ‘The week after eh…. The second week of December’.

Comomeer

Comomeer

Fiets op dijk

Fiets op dijk

De volgende dag fiets ik 80 kilometer op de gravel van een kronkelende dijk. Geen ideale ondergrond, wel perfecte slaapplaatsen in overvloed. Na een supermarkt te hebben gepakt wil ik zo snel mogelijk een slaap plek vinden, het schemert inmiddels. Ik zie een pad naar boven, langs een huis. Ik besluit het te nemen en maak een hond wakker die niet stopt met blaffen. Ik kom boven en zie dat er gewerkt wordt aan het pad. 10 meter verder zie ik een stuk gras tussen modderige stukken grond. Ik loop er naar toe en sta na 5 meter zo goed als vast. De natte rivierklei zit zo dicht tussen mijn banden en mijn spatborden dat de wielen niet meer rollen. Teruggaan heeft geen zin. Ik til mijn hele hebben en houden op en loop naar het veldje. Bij elke stap komt er meer klei aan mijn schoenen waardoor ik een soort omgekeerd maan gevoel krijg. Heavy steps for man kind. Ik doe mijn best maar kan niet voorkomen dat een smeerboel zich voltrekt.

De werkzaamheden aan het pad blijken nog aan de gang, een hijskraan maakt kabaal. Ik blaas mijn matras op en er begint iemand in de buurt met de kettingzaag te werken. Mijn chagrijn om al dit geluid stijgt als professor Zonnebloem naar de maan. Wat later blijkt mijn hoofdkussen lek. Ik frommel voor de gelegenheid mijn winterjas op als kussen. In mijn tent heb ik een uitgebreid whatsapp gesprek met de dame van de sexy foto’s. Het gaat met name over BDSM en ik realiseer me dat ik niet eens weet wat het betekend.

Ik ben blij dat ik door het fietscomputertje niet steeds op mijn telefoon hoef te kijken voor de te volgen richting. Toch waren dit wel steeds kleine pauzes voor de de benen. Die worden gemist. De grote pauzes, koffie drinken, opwarmen en een croissantje eten in een barretje, zijn ook al afgevallen door ‘die kut corona’, zoals ik het inmiddels ben gaan noemen. Emilia-Romagna zit net zo dicht als Lombardije. Ik zoek koffie en vind op het toch onvermijdelijke Google Maps een bar. Italië zit stampvol barretjes. Vaak heten ze ‘Zanzibar’, wat grappig en triest tegelijk is. Deze heet Bar Central, ook niet bar creatief. Als ik erop klik zie ik een foto van een mooie blondine verschijnen. Aangekomen vraag ik om koffie en komen we te spreken over het bord buiten wat zegt dat je je koffie 25 meter van de bar moet drinken. De foto is duidelijk een paar jaar geleden gemaakt, maar ze is desalniettemin knap en ogenschijnlijk leuk. Ik vraag naar de bekende weg door te vragen in welke provincie ik nu precies ben. En wat de bijbehorende corona kleurcode is. ‘Ma tu sei italiano?’ Vraagt ze, wat ik opvang als flirten want ik ben overduidelijk geen italiaan. Ik praat Italiaans als een Roemeense kleuter. Ze draait zich om en begint aan de koffie. De bar is te hoog, geen billen te zien. Ik probeer een gevat compliment te bedenken en kijk om me heen. Mijn blik valt op de zuil waar ik naast sta en ik zie mezelf in de spiegel. Een moddervlek loopt tussen mijn wenkbrauwen en verder naar boven. Ik zie eruit als een jonge Dinand Woesthoff. Mijn haar, mijn belangrijkste troef, is nog te kort voor een fatsoenlijke knot waardoor het lijkt alsof een astmatische blinde bever mijn haar heeft gedaan. Ik kijk naar beneden. Mijn joggingbroek zit onder de modder en de witte rand van mijn schoenen is onzichtbaar geworden. Ik ga voor plan B: afrekenen en snel naar buiten. 1 minuut later zit ik 50 meter verderop in een grijs droeftoeter park op een bankje tegenover een Lega promotie bord. De plaatselijke fascisten staan voor in de peilingen. Ik eet mijn abrikozen croissantje op en spoel het weg met het slokje espresso. Een half uur later verdwijnt de dichte mist en breekt de zon door. De cafeïne stroomt door mijn aderen en op Niels Zachter verschijnt perfect getimed Mariah Carrey. De power balled is een ondergewaardeerd genre. Door velden en langs verlaten afgebrokkelde boerderijen schreeuw ik het uit: Nononono I, Can’t Liiiiiiive, if living is without youuuuu. Ik heb zin om keihard te schuifelen.

Ook een idee

Ook een idee

Ik ben geboren in een kampeer gezin. We gingen van vouwwagen naar caravan naar Niels krijgt een eigen tentje. Een neven effect hiervan is dat een hotel een Alice in Wonderland feest wordt. De Bolognese kamer is groot en sjiek. Tjieks zou ik willen zeggen. Er is een zelfs een tweede verdieping met een houten tafel en een leeslamp, wat ik opdreven vind. Ik zet mijn spullen weg en de Krups machine aan. 10 minuten later heb ik door hoe het hij daadwerkelijk zijn werk doet en zet een cappuccino. Vervolgens connect ik mijn laptop en computer op de WIFI. De euforie van alle luxe vergaat als ik me omdraait en zie dat de cappuccino over de vloer stroomt. ‘Godver, hoerezooi!’. Operatie winter schoonmaak kan van start gaan. Nadat de lauwe schuimende melk van de vloer is stap ik onder de enorme douchekop en was ik eerst mijzelf. Dan volgen mijn tentstokken, mijn tent, matras, mijn hardloopschoenen en tot slot mijn fietstassen. Ik hang alles hier en daar op als kerstversiering en begin aan de tweede missie, mijn kleren. 3 dagen fietsen en zo’n beetje alles kan wel weer een wasmachine gebruiken.

Op straat is de winter in aantocht. De provincie heeft code geel, wat betekend dat er hier en daar nog wat open is. Een masker is echter verplicht. In heel Italië, overal. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik geen alcohol drink zolang ik in mijn tent slaap. Wat me brengt bij een oplossing voor het masker probleem: chips en bier. Zolang ik een van deze twee wereldwonderen nuttig vind niemand het vreemd dat ik mijn masker op mijn kin draag. Ik zing ‘La solitudine’ van Laura Pausini met mijn aangeschoten kop. Op minuut 2:25 haal ik uit: Non è possiiiibile dividereee, La vita di noi due… Ik realiseer me net niet op tijd hoe dom dit over moet komen en wordt hartstochtelijk uitgelachen door pubers met hippe mondmaskers.

Previous
Previous

11. Oosterhout de gekste

Next
Next

9. Girafje